Het werd gepubliceerd in Parijs in januari 1861.

Dit Boek gaat over het experimentele en onderzoekende karakter van de Spiritistische Leer, gezien als een theoretisch-methodologisch hulpmiddel om een ​​”nieuwe volgorde van fenomenen” te begrijpen, die tot dan nooit door wetenschappelijk onderzoek werden beschouwd: de zogenaamde spiritistische of mediamieke fenomenen, die zouden worden veroorzaakt door de tussenkomst van geesten in de fysieke realiteit.

Het eerste onderzoek van Kardec was gericht op een veel voorkomend fenomeen in het midden van de negentiende eeuw, in Europa en de Verenigde Staten: dat van de zogenaamde draaitafels of tafeldansen, waarbij een bepaald aantal mensen zich rond tafels verzamelde om zich te vermaken met ongewone en schijnbaar onvrijwillige verplaatsingen die door deze meubels werden gedaan Ondanks de naam was het gebruikelijk, volgens verschillende rapporten van die tijd, dat soortgelijke fenomenen met gevarieerde objecten voorkwamen.

Kardec catalogiseerde wat hij intelligente manifestaties noemde, dat wil zeggen bewegingen die symbolische systemen gebruikten om een ​​communicatiekanaal met een interviewer tot stand te brengen. Iemand stelde een vraag en stelde criteria vast zoals “één klop voor ja, twee kloppen voor nee”, en in sommige gevallen kreeg men  bij een uitputtende ondervraging opeenvolgende correcte antwoorden. In de loop van de tijd is dit communicatiemethode verfijnd, waarbij gebruik wordt gemaakt van een potlood, dat aan een mand is vastgebonden, aan de rand waarvan een of meer mediums hun vingers steken, totdat de moderne techniek van psychografie (automatisch schrijven) werd bereikt.

Kardec heeft getracht een analytische studie te maken van de verschillende communicatiemethoden, die zijn vastgesteld tussen mensen en geesten, wat heeft geresulteerd in Het Boek der Mediums.